Eerst waren er de grote gipsen figuren. Ze boezemden ontzag in, maar riepen door hun onbeholpenheid ook een soort compassie op. Knuffelgrage reuzen. Dan kwamen de mensenkoppen in keramiek. Verweerd, soms half verteerd. Druipend van tristesse vaak, wanhoop in de ogen, glazuurgeworden zucht. Nu plots wendt beeldhouwer Johan Tahon hetzelfde materiaal aan voor het boetseren van iets geheel anders: ‘albarelli’, verwijzend naar de witte apothekerspotten waar voeger zalf in werd bewaard (‘albar-ello’ betekent ‘hij is mooi wit’).
Vanwaar die omslag, van portret naar object? Tahon: “Het is niet zo dat een abstracte vorm niet bezield zou kunnen zijn, integendeel. Maar het is waar: het geeft een grote vrijheid, een vorm van lichtheid, om met het boetseren van utilitaire voorwerpen bezig te zijn. Er is niet diezelfde filosofische ballast die op je weegt. Het maken van gebruiksobjecten is een weg op zich.
“De fascinatie voor keramiek heb ik al sinds ik een prille twintiger was. Toen groef ik in het centrum van Gent toevallig een majolica melkkannetje op. Het bleek een belangrijke vondst, gemaakt door een Antwerpse keramist van Italiaanse afkomst, Guido Andries. Sindsdien is mijn collectie steeds aangegroeid.
“Het maken van deze albarelli is voor mij ook een soort ritueel. Een tijd geleden is mij en mijn vrouw groot verdriet overkomen. Ons pasgeboren dochtertje is na 15 dagen gestorven. De zalfpotten zijn voor mij dus ook een stap in de zoektocht naar genezing.”
Onnodig te zeggen dat u wellicht niet helemaal onbewogen naar ‘Albarelli for all sores’ van Tahon zult kunnen kijken. Zijn zalfpotten, die zinderen van passie, verdriet en bezieling, waren eerst te zien in Galerie Valerie Traan in Antwerpen, en reizen nu naar De Coöperatieve in Hasselt. Daar één weekend lang te genieten: op 18, 19, 20 & 21 april.