Was ze een labiele gekkin die zich krampachtig vastklampte aan leermeester Auguste Rodin, of veeleer een sterke madame die clandestien zijn werken maakte, en uiteindelijk kraakte onder zijn onmogelijk karakter? De geschiedschrijving raakt het er maar niet over eens. Zeker is dat Camille Claudel (1864-1943) als beeldhouwster geniaal was. 150 jaar na haar geboorte wordt nu een grondig overzicht van haar werk getoond in La Piscine in Roubaix, het vroegere zwembad van de stad, dat vanwege zijn art-decostijl op zich al een trip waard is. Gerangschikt volgens thema’s van ‘kinderkopjes’ tot ‘de rijpere leeftijd’, van ‘portretten’ tot ‘natuurstudies’, is er meteen één ding wat opvalt: de enorme intensiteit en sensibiliteit die het werk uitstraalt, in vergelijking met dat van tijdgenoten. Je haalt er haar krachtige stukken, die geschraagd worden door schulpturen en schilderen van anderen, moeiteloos uit. Soms is het niet helemaal duidelijk of een werk nu van Rodin of Claudel is, dan staat er een vraagteken. Opmerkelijk is ook hoe ze als vrouw weerbarstige materialen als marmer en onyx te lijf durfde te gaan, en hoe tijdloos en universeel haar expressie is: negentiende-eeuws, maar op een bepaalde manier ook heel erg van nu. Heel aandoenlijk is haar portret van haar broertje Paul Claudel, als kind en als jongeman. Ze maakte ze toen ze amper zestien en achttien was, en toen zat er al een enorm meesterschap in haar hand vervat. Geraakt waren we ook door de vele uitvoeringen van ‘La Valse’, dat een enorme dynamiek uitstraalt. Pronkstuk van de expo is evenwel ‘Sakountala’, het innige beeld van twee geliefden die zich aan elkaar overgeven, even geleend uit het Musée-Hôtel Bertrand in Châteauroux. Sensualiteit, compromisloze vrouwelijkheid en weergaloos vak’man’schap: ga dat zien, nog tot 8 februari in La Piscine, Roubaix. Een unieke kans om welhaast haar integrale oeuvre in één klap te leren kennen.
Foto’s © Annelies Vanbelle[wzslider autoplay=”true”]