We hebben een boon voor overzichtsuitgaven die tientallen jaren kunstenaarswerk overspannen en belichten. Zoals het nieuwe ‘no china‘, over de porseleinen objecten en installaties die Piet Stockmans creëerde van 1969 tot nu. De man begon ooit als industrieel ontwerper bij MOSA, waarvoor hij commerciële porseleinen voorwerpen bedacht. Maar hij werd bekend omwille van zijn eigen, onafhankelijk werk dat later kwam. Waarmee hij vele grenzen van het ‘klassieke’ porseleinontwerp in allerlei richtingen aftastte en overschreed. Het staat nu te kijk in een dik en chronologisch opgezet boek, dat een mooi overzicht geeft van de periodes in zijn oeuvre, de evolutie, maar vooral ook de rode draad die decennialang met een grote standvastigheid werd gesponnen.
Deze uitgave bevat geen voorwoord, en ook geen enkele andere tekst vooraf. Vanaf de eerste pagina krijg je de Stockmans-designs voorgeschoteld, chronologisch, één per pagina. En ook daar: alleen de foto, geen onderschrift, geen uitleg, zelfs geen titel of jaartal van het werk. Waarmee je meteen weet: hier spreken de porseleinen voorwerpen voor zich, ze staan open en bloot te kijk, ze verschuilen zich niet achter woorden of gedachten van de ontwerper of expert. Verfrissend is dat, in een wereld van overvloedig toegevoegde buzzwords en hashtags.
Wie toch wat meer wil weten, krijgt achteraan en goed weggestopt een nawoord van Jo Rombouts. Maar ook daar: geen oeverloze blablabla, gewoon anderhalve pagina met wat er echt toe doet. Deze uitgave toont de nederigheid en soberheid die eigen is aan sommige grootmeesters. Of een groot zelfbewustzijn: Piet Stockmans die weet dat zijn werk al die uitleg niet nodig heeft. Maar ook zonder begeleidende tekst ervaar je al bladerend duidelijk de verschillende periodes in zijn werk. Zoals het combineren van porselein met andere materialen als beton of plexi, het serviesgoed dat kunstobject werd, de gigantische installaties die in schril contrast kwamen te staan met het ‘kleine’ porselein, de afgietsels van gezichten en lichamen, kunstintegraties aan de binnen- en buitenkant van gebouwen, het creëren van nieuwe objecten zonder gietvormen, of net werk gepresenteerd in de moules.
Wat opvalt als je het werk van Piet Stockmans overloopt, zijn uiteraard de voor liefde voor wit met accenten van blauw, het ‘Stockmans-blauw’. Maar vooral: de voortdurende zoektocht naar de grenzen van ‘zijn’ porselein, het materiaal dat zijn professionele leven beheerst, en het systematisch overschrijden ervan, in allerlei richtingen. Je ziet de kunstenaar verschillende kanten opgaan, interessante, inspirerende wegen inslaan, en prachtige nieuwe voorwerpen en installaties bedenken en uitvoeren. Dit boek is als een heerlijke reis met telkens nieuwe ervaringen en vergezichten. Je ontdekt veel nieuws, maar tegelijk komt het door de grote consistentie ook vertrouwd over. Het is als weggaan en thuiskomen tegelijk. Heerlijk.
‘Piet Stockmans, no china‘ bij Borgerhoff & Lamberigts, 288 pagina’s voor 60 euro.