Martin Parr is een merknaam geworden. Al ruim vijfendertig jaar lang zet de ‘meest Britse’ van alle fotografen zijn onderwerpen met licht satirische blik in hun hemd. Toeristen, miljonairs, zonnebaders of schrokkende consumenten zijn daarbij Parrs geliefkoosde doelwitten. Felle, schreeuwerige kleuren, een portie kitsch én humor die varieert van goedmoedig tot grijnzend: een Parr-foto herken je uit de duizend. Al doen zijn talloze navolgers hun duivelse best om hem naar de kroon te steken. De 62-jarige Parr, sinds 1992 lid van het agentschap Magnum, kreeg onlangs van het Parijse Maison de la Photographie Européenne (MEP) carte blanche om met zijn camera Parijs te betrappen. Een eervolle klus, want eerder ontvingen onder meer Henri Cartier-Bresson, Édouard Boubat, Ralph Gibson, Duane Michals en William Klein dezelfde opdracht. Bijna drie jaar lang struinde Parr bij tussenpozen rond in de Lichtstad, om natuurlijk vooral achter de schermen te gaan gluren. Zo belandt hij op een manifestatie aan de Bastille, flaneert hij langs Paris Plage, woont hij het modedéfilé van de Libanese ontwerper Elie Saab bij of fotografeert hij op het Salon de l’Agriculture. Het leidt tot 62 beelden waarin Parijs van zijn verguldsel wordt ontdaan en vaak op zijn smalst is te zien. Parr – die geen gebenedijd woord Frans spreekt – monkellacht met de Parijzenaars én ontdekt vooral hoe rücksichtlose toeristenzwermen tijdens de zomer de stad overnemen. Kortom: hij blijft trouw aan zijn formule. De oogst van Parr is tot 25 mei te bewonderen in het MEP op de expo met de ironische titel ‘Grand Paris’. Een selectie beelden is ondergebracht in een apart fotoboek, geïnspireerd op de beroemde Parijse donkerblauwe Ponchet-Plan-plattegronden, uitgegeven bij les éditions Xavier Barral.
Ook in ons land is er momenteel werk van Martin Parr te bekijken. Tijdens het Fotofestival van Knokke toont hij op het Rubensplein zijn intussen welbekende serie Luxury, waarin hij de rijken van de wereld genadeloos vastlegt. Zo fotografeerde hij tijdens de Durban July, het befaamdste paardenrenevenement van Zuid-Afrika, de verslaving van een nieuwe generatie Zuid-Afrikanen naar Westerse luxegadgets. Maar ook in het Midden-Oosten en de BRIC-landen gaf hij zijn ogen de kost. “Halfweg het vorige decennium, lang voor de wereldwijde crisis van 2007/2008, op een moment dat er geen eind leek te komen aan de gekte en de groei van de wereldeconomieën, begon ik met dit project. Na de crash, toen ik dit bijzondere project afrondde, werd het voor mij meer een grafschrift voor die uitzonderlijke periode.” De beau monde komt er bekaaid vanaf en het is wellicht een fraai sociologisch experiment om gade te slaan hoe de Knokkenaren zélf reageren op deze uitvergrote beelden van Parr. Gratis te zien tot 9 juni 2014.
En het is nog niet alles: de bijzonder productieve Parr, tevens notoir verzamelaar van fotoboeken en ansichtkaarten, legde zojuist samen met Gerry Badger ook de laatste hand aan het derde deel van zijn geschiedenis van het fotoboek. Nadat de eerste twee delen door Photo-Eye werden ingehaald als ‘the most important contribution to the field since modern histories of photography began‘, brengt The Photobook: A History Volume III (Phaidon) 200 voorbeelden van iconische fotoboeken van na de Tweede Wereldoorlog tot nu. Dat over Parrs keuze heftig gediscussieerd zal worden, lijdt geen twijfel.