Parijse ontwerpers houden open deur en laten hun interieur zien in een boek dat ons designvoyeurisme bevredigt. De klassiekers worden gecombineerd met persoonlijke toetsen maar de overdaad wordt stilaan geschuwd.
Parijs staat bekend als een modewalhalla, maar niet meteen als de stad waar het vooruitstrevende design aan te treffen is of interieurtrends worden gelanceerd. De Franse woonsmaak durft zich nog steeds verlustigen aan tierelantijntjes en lichte overdaad, zelfs op de kleine oppervlaktes die de Parijzenaars in hun appartementen meestal ter beschikking hebben. Soberheid en uitpuring zijn er lang een vies woord geweest. Loop maar eens binnen in de woonverdiepingen van Galeries Lafayette of Au Bon Marché. Het lijkt er of de Franse designklassiekers toch altijd nét dat krulletje meer in pacht hebben. Toch is daar de laatste jaren verandering in aan het komen en roeren buurten als de Marais, Oberkampf of Belleville de trom van de vernieuwing, zij het – en dat is niet paradoxaal – gecombineerd met de retrotrend. En in winkels als Merci (op de Boulevard Beaumarchais) en de galeries aan het Viaduc des Arts (nabij Bastille) vallen wel degelijk verse woontrends te rapen én krijgen jonge ontwerpers vrij baan.
Eclecticisme
Wie wil binnengluren bij vijftien Parijse designers – van jong tot oud – krijgt nu de kans in Paris Designers and their interiors van uitgeverij Luster, het verlengstuk van een reeks waarin eerder al Belgische designers en Nederlandse architecten opendeurdag hielden. Diane Hendrikx tekent voor de subtiele en accurate foto’s, Parisienne Marie Farman voor de – eerder beperkt gehouden – teksten. Tijdens hun ronde door Parijs belandt het duo zowel in omgebouwde ateliers, appartementen uit de Haussmann-periode waarvan Parijs er zoveel telt én in twintigste-eeuwse huizen. En ook hier stuiten ze op “eclecticisme”: “Voor de oudere designers ligt de klemtoon op transmission en tijdloosheid. Anderen navigeren tussen kunst en design, zowel als manier van experimenteren als als protest.” Diverse visies op wonen worden hier tentoongesteld. Aki en Arnaud Cooren putten inspiratie uit Japans design, Scandinavisch minimalisme, fifties functionalisme en hedendaagse kunst. Laat dat nu nét actueel zijn. Toch doorbreken ze dat met veel persoonlijke kleine objecten, wat een warme atmosfeer genereert. Ze zien hun huis als een proeftuin voor hun ontwerpen.
Frivoliteit
Ook bij Patrick Norguet – u kent hem misschien van de Rainbow Chair en andere stoelen – overheerst een atmosfeer waarin oud en nieuw elkaar zeer harmonieus versterken. Het ruime en erg lichte appartement met nog de oorspronkelijke moulures, bevat zowel hedendaagse creaties als vintage elementen, met veel aandacht voor de zitmeubels, Norguets dada. Victoria Wilmotte woont dan weer in een atelier waar ooit partituurkaarten voor straatorgels werden gemaakt. Ze heeft oog voor frivoliteit in haar interieur en die speelsheid zien we ook bij Mathilde Bretillot, al heeft zij meer oog voor de strakkere harmonie van kleur en materiaal. “Een huis is het theater van duizend levens”, zegt zij. Pierre Favresse – die het intussen schopte tot artistiek directeur van Habitat France – ziet zijn interieur als “de culminatie van de verschillende momenten van mijn leven.” Nogal wat van de geïnterviewden wonen in goed gepreserveerde appartementen, waar weinig ruimtegebrek heerst. Zoals José Levy, “geobsedeerd is door minimalisme” maar in de praktijk zijn springerige geest loslaat, en dat anders uit. Bij Ionna Vautrin ligt het anders. In haar krappe appartement, uitkijkend op de Place Saint-Marthe, heeft ze amper ruimte voor haar eigen creaties – onder meer een aantal lampen voor Foscarini.
Voyeurisme
Opmerkelijk is het dat over het algemeen protserigheid ver te zoeken is in deze rondgang bij designers, tenzij misschien bij de houten sculpturen van Pablo Reinoso. Dit zijn stuk voor stuk interieurs waarin ook gelééfd wordt en waar design niet gedegradeerd wordt tot een dood sierstuk. Geestig is ook dat de fotograaf steeds oog had voor het zicht vanuit het appartement op Parijs. Dat de foto-onderschriften in het boek soms grossieren in banaliteit neem je voor lief. Het is eigen aan het genre. Maar dit boek bevredigt ons voyeurisme en laat zien dat topontwerpers hun snob-allures aan het afleggen zijn.
Paris Designers and their interiors van Maria Farman en Diane Hendrikx is verschenen bij Luster en kost 45 euro.
Auteur Marie Farman signeert het boek tijdens de presentatie in Parijs.