Elektrisch rijden getest: spannend

e-Up ZNOR wegtest 1Het ZNOR-hoofdkwartier in Gent heeft witte ramen. Als ze pas gepoetst zijn toch. Want als je er wat later met een doek overgaat, kleurt die wel erg zwart. Je mag er niet aan denken dat we dat gewoon inademen, al dat roet en stof. Gelukkig komen er stilaan minder vervuilende alternatieven, ook voor wie toch nog een auto nodig heeft. Zoals 100% elektrische wagens. Goeie reden om dat eens grondig uit te testen.

Valse start

We stapten naar de dichtstbijzijnde Volkswagengarage, voor een testrit met de e-Up. Die moesten ze wel speciaal van bij de invoerder laten overkomen, want ze hadden alle modellen in de showroom, behalve elektrische, mijnheer. Meer zelfs: de garagist had er nog nooit een van verkocht. Maar goed, een week later stond er een, met de stekker nog in het stopcontact. Het duurde wel bijna een halfuur eer de bereidwillige verkoper de auto kon loskoppelen. Een valse start, maar vooral grappig. Te vergelijken met iemand die er een halfuur zou over doen om een benzinepistool uit de tankopening te krijgen.

De sleutel van een e-mobiel omdraaien lijkt ook op een valse start trouwens, of helemaal geen start. Want je hoort niks. En bij de eerste meters hooguit een licht gezoem. Er verschijnt meteen een brede glimlach op je gezicht. Die tot achter de oren reikt zodra je optrekt. Want zelfs zo’n klein elektrisch autootje accelereert beter dan een grote gewone. Geen klassieke BMW of andere chique kar kan volgen net nadat het licht op groen springt. Werkelijk verbazingwekkend. Even plezant als een botsauto. Of ook te vergelijken met een metro. Niet alleen qua optreksnelheid, maar ook qua geluid.

Pure fun en echt spannend

Voor ons is het simpel: elektrisch rijden is pure fun. Al vanaf de eerste meter is alle trekkracht aanwezig, en daardoor rijd je erg vlot in en rond de stad. Alleen bij verkeersdrempels merk je dat er honderden kilo’s batterijen onder de vloer liggen, dan voel je het extra gewicht. Maar voor de rest: tot 70 kilometer per uur is dit de perfecte compagnon voor korte ritten in de buurt.

Dan hebben we het wel over de buurt waar je woont, en geen andere stad wat verder weg. Want de achilleshiel van wagens als deze blijft de actieradius. Zodra je er de autosnelweg mee opdraait, zakt het batterijniveau angstaanjagend snel. De 160 kilometer van de volle ’tank’ wordt er ineens maar 80. Heen en terug. Waardoor je er op zaterdagavond niet zeker weet of je ermee in de KVS geraakt en ook weer thuis.  Erg spannend allemaal.

En o ja, 26.000 euro moeten betalen voor een wagen waarvan de versie met een kleine benzinemotor net geen 10.000 euro kost, is ook niet echt aanmoedigend. Al bespaar je de jaren nadien wel op onderhoud – veel minder onderdelen die kunnen stukgaan – en kosten voor verbruik. Die liggen op zo’n 3 euro per 100 kilometer, een pak minder dan wat je betaalt aan de pomp.

Kopen of niet?

Je kan een kleine elektrische wagen kopen als je dergelijke gezonde nieuwigheden wil steunen en er het geld voor hebt. Want alleen als de verkoop wat vlot, gaan de constructeurs en batterijfabrikanten ze verder en sneller ontwikkelen. Je kan er ook een kopen als je altijd alleen maar in en rond je dorp of stad rijdt. In de andere gevallen wacht je beter nog wat. Tot er batterijen zijn waar je veel verder mee kunt, en tot de prijs wat daalt. Tenzij je enorm inzit met de vuiligheid op onze witte ramen, natuurlijk.

e-Up ZNOR wegtest 3

e-Up ZNOR wegtest 2


door