Markies de Sade verovert Parijs

In Parijs is voor het eerst het manuscript van ‘De 120 dagen van Sodom’ in vol ornaat te bewonderen. 200 jaar na zijn dood is de blasfemische Sade voorgoed salonfähig. En in het Musée d’Orsay loopt een prestigieuze expo waarin kunstenaars zich meten met het oeuvre van ‘le divin marquis’.

Sade1“Heerszuchtig, driftig, opvliegend, extreem in alles, met een fantasie op het gebied der zeden die in losbandigheid haars gelijke niet kent. Atheïst tot in de fanatieke. Ziedaar in een paar woorden mijn portret. En vermoord me dan maar of neem me zoals ik ben. Want veranderen doe ik niet”, zo karakteriseerde Markies De Sade (1740-1814) zichzelf ooit. Vermoord is de godfather van het sadisme niet. Maar gevangengenomen én verguisd werd de op drift geraakte edelman ettelijke keren. Dat hij 200 jaar na zijn dood in Frankrijk nu het middelpunt vormt van een grootscheepse herdenking, kon hij zelf in zijn stoutste dromen nooit bedenken. Bij zijn dood mochten ze immers “eikels zaaien” op zijn graf, zo vond de schrijver van beruchte romans als Les 120 Journées de Sodome (1785), La philosophie dans le boudoir (1795) of Justine ou les malheurs de la vertu (1791).

Bewieroking of verfoeiing

Het hoogst scabreuze oeuvre van Donatien Alphonse François de Sade heeft de geesten altijd radicaal in tweeën gespleten. Ofwel viel hem de uitzinnigste bewieroking te beurt. Ofwel werd hij radicaal verfoeid. “De boeken van de Sade hebben meer doden op hun geweten dan de moorddadige passie van een Gilles de Rais. Sades lezers moeten wel krankzinnigen of gevangenen zijn”, schreef de Parijzenaar Jules Janin in 1834 in een overspannen requisitoir tegen de Sade. Meer dan honderd jaar later zong de surrealist André Breton, daarin voorafgegaan door Apollinaire, de lof over Sade’s geschriften als de “meest huiveringwekkende en accurate diagnose van de menselijke psychologie” , als wegbereider van onder meer Friedrich Nietzsche en Sigmund Freud.

Blasfemische rol

salo-2Nu ligt het manuscript van Les 120 Journées de Sodome glorieus te pronken op een tentoonstelling in het Instititut des Lettres et des Manuscrits te Parijs, waarin vooral Sade’s rol als libertijn wordt geëerd. Na vele omzwervingen is de befaamde ‘rouleau’ van 12 meter lang en 33 aan elkaar gekleefde stroken voor het eerst in volle glorie in Frankrijk te bewonderen. Met dank aan mecenas, belegger en manuscriptenverzamelaar Gérard Lhéritier, die er in april 2014 zeven miljoen euro voor neertelde en het intussen voor 13 miljoen euro door Lloyds liet verzekeren. Lhéritier wist het na drie jaar marchanderen te ontfutselen aan de familie van de overleden Zwitserse verzamelaar Gérard Nordmann en trotseerde Interpol én wanhoopspogingen van de Bibliothèque Nationale de France om het te verwerven. Intussen is de blasfemische rol tot Frans nationaal erfgoed uitgeroepen en mag ze het land wel niet meer uit. Het complete verhaal lees je in deze reportage in De Morgen.

‘Het meest schandelijke boek van de wereldliteratuur’

kinopoisk.ruSade schreef Les 120 Journées de Sodome in amper 37 dagen tijdens een vlaag van halve zinsverbijstering en revanchisme op de maatschappij. Hij zat op dat moment gevangen in de Bastille, na allerlei schanddaden met dienstmeisjes en prostituees. De waanzinnige cocktail van seksuele obsessies en gevangenschap leidde tot “het meest schandelijke boek van de wereldliteratuur” (dixit vertaler Hans Warren). Het is het verslag van de seksuele en fysieke terreur van vier gedegenereerde rijkaards (de hertog de Blangis, diens broer de bisschop, bankier Durcet en rechter-president Curval). Tegen het einde van het bewind van Lodewijk de Veertiende trekken ze zich gedurende een winter terug in het kasteel Silling. Via een ingewikkeld en uiterst doortrapt reglement, met behulp van een harem meisjes en jongens én een gezelschap courtisanes, bedrijven ze het ondenkbare. Het boek zal later niet minder onthutsend verfilmd worden door Pier Paolo Pasolini in Salo. De Parijse expo toont verder aan dat zoveel auteurs hun gading vonden in Sade’s oeuvre: van de zwarte romantiek tot Swinburne, van Flaubert tot Baudelaire, van d’Annunzio tot Apollinaire, van surrealisten tot feministen, van anarchisten tot atheïsten. Toch werd Sade pas voorgoed uit het literaire maquis gehaald door Jean-Jacques Pauvert, die in 1947 de eerste integrale editie van Les 120 Journées de Sodome uitgaf en daarmee tot in 1957 censuurprocessen overwon.

Tranen en bloed

Sade verstopte de volgekrabbelde vellen papier in zijn cel, waar de revolutionair Arnoux de Saint-Maximin het bij de ontzetting van de Bastille in 1789 zal aantreffen. De rol bevond zich in een etui waarin Sade placht te masturberen. Zelf zal de Sade het manuscript bij leven nooit meer onder ogen krijgen. “Ik ween er tranen en bloed over”, zo schreef hij over het verlies in een brief aan zijn advocaat in 1793. Toch is het nauwelijks voor te stellen dat dit minuscuul klein, ongewoon strak geritmeerd handschrift zoveel geschiedeniswoelingen en banvloeken wist te trotseren. De expositie van de rol in de ovale kamer van het Institut, omgeven door andere unieke Sade-documenten, heeft alleszins iets sacraals. Met een vergrootglas kun je de tekst nader ontcijferen, terwijl ook spiegels het manuscript tot in de details laten bestuderen.

Commotie rond Sade-video voor Musée d’Orsay

http://www.dailymotion.com/video/x27g1c4_une-exposition-un-regard-sade-attaquer-le-soleil_creation

Naakte, begerig om elkaar heen kronkelende lichamen én extatische gezichten in clair-obsur die een orgastisch plezier lijken te ondervinden: ze zijn te zien in een clip van het Parijse Musée d’Orsay. Het eerbiedwaardige museum in een voormalig stationsgebouw veroorzaakt hevige commotie met de videoteaser voor zijn zopas geopende expo Sade. Attaquer Le Soleil. De prestigieuze tentoonstelling confronteert het werk van kunstenaars als Goya, Géricault, Rodin, Ingres, Rops of Picasso met het oeuvre van Markies De Sade. Maar het filmpje – dat al snel viraal ging – wekt ook weerstand en werd kort na lancering voorbehouden voor plus 18-jarigen. Tegelijk is er lof voor de gedurfde campagne. “Sade kun je immers niet conventioneel promoten”, zo verdedigt het Musée zich. De expo loopt tot 25 januari 2015.

‘Een doelloos doorratelende schrijfmachine’

marquis-de-sade.juliette.1797.02Ook in Vlaanderen is er een opstoot van Sade-aandacht. De Vlaamse filosoof Lode Lauwaert verbaast er zich in zijn zopas gepubliceerde grondige studie Markies De Sade. Essays over ethiek en kliniek, literatuur en natuur (uitgeverij Pelckmans) ook over hoe gretig toonaangevende naoorlogse Franse filosofen Sade bestudeerden: Roland Barthes, Pierre Klossowski, Gilles Deleuze, Jacques Lacan, Georges Bataille en Maurice Blanchot. Voor zowel Barthes als Klossowski is Sade zelfs een voorloper van het postmodernisme. De taal en de tekst is losgezongen van de mens en dus poly-interpretabel. “Sade was immers “een doelloos doorratelende schrijfmachine” aldus Lauwaert in Knack. Toch is Sade nu volmondig erkend als groot schrijver, geprezen ook voor zijn zwarte, diep-morbide humor. Dat hij sinds 1990 is opgenomen in de luxe-editie op gelig bijbelpapier van de prestigieuze Pléiade-reeks, zegt genoeg over Sade’s status.

Dirk Leyman

Sade. Marquis de l’Ombre, prince des Lumières. L’éventail des libertinages du XVIe au XXe Siècle, expo in het Institut des Lettres et des Manuscrits de Paris tot 18 januari 2015, Rue de l’Université, 21, (entrée Rue Gallimard 2), www.institutdeslettresetmanuscrits.fr. Bij de expo verschijnt ook een rijk geïllustreerd boek van Gonzague Saint-Bris. De expo Marquis de Sade. Attaquer le soleil in het Musée d’Orsay is te zien tot 25 januari 2015.

(foto’s, onder meer uit ‘Salo’ van Pier Paolo Pasolini, 1975)

120journees

 

 

 

 

 

 

Saderol

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sadexpo

 

Gonzague

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sade_attaquer-le-soleil_musee-orsay

 

 

 

 

 

 

 

MarquisdeSadeManRayMarquis de Sade volgens Man Ray.


door