Wat waren de jaren 60 en het begin van de jaren 70 toch geweldig. Weinig werkloosheid, een zonnige toekomst, enthousiasme alom. En ook: nieuwe technische mogelijkheden die optimistisch, creatief design mogelijk maakten. Op industriële schaal te produceren ook, zodat de ontwerpen bereikbaar werden voor iedereen.
Precies in die fleurige periode breekt plastiek als materiaal voor huishoudgerief en meubels door. In allerlei bonte kleuren, en vooral in geel, oranje en rood. Dat was de leidraad voor de expo Orange Dreams die onlangs in het Atomium van start ging.
De tentoonstelling toont een bonte verzameling plastieken voorwerpen van 1960 tot 1973, volgens de organisatoren de grootste ooit. Ze laat op een vrolijke manier zien hoe de tijdgeest en de nieuwe productietechnieken de vormgevers aanzetten tot een grote vrijheid en creativiteit. Ontwerpen krijgen jolige kleuren en afgeronde hoeken. Dat laatste om het vormgieten te vergemakkelijken, maar het maakt de stukken ook vrolijk en zeer aaibaar.
De expo straalt de positiviteit van de gelukkige middenklasse uit, waarbij ontwerpers handig gebruik maken van de vele mogelijkheden van plastiek, in een tijd dat olie nog het zwarte goud is, onuitputtelijk en helemaal oké. Tot in 1973 de oliecrisis abrupt een einde maakt aan die droom, en het besef groeit dat ook een wereld van veelkleurig plastiek een donkere, milieuonvriendelijke kant heeft. Maar goed: u kan zich nu nog eens voluit onderdompelen in een wereld van ongebreideld enthousiasme, in het Atomium, tot 25 mei 2015.
De getoonde voorwerpen werden geselecteerd door Philippe Decelle, de man achter de Plasticarium-collectie, die hij net overdroeg aan het Atomium. Over ongeveer een jaar opent in Trade Mart een volledig nieuw museum, het ‘Plasticarium Art & design Atomium Brussel’ met nog veel meer fantastisch plastiek.
